Vision

De wereld van Morgen
Hans Goedvolk
 

1.4 De groeiverwachting van IT

vorigevolgende

Het tempo van de groei van IT en telecommunicatie is afhankelijk van een aantal factoren. Zo zijn er bij introductie van nieuwe technologie altijd weerstanden te overwinnen voordat de technologie op grote schaal toepassing vindt. De tijd die nodig is voor de expansie ervan hangt af van onder andere:

  • het aantal toepassingsmogelijkheden en het nut ervan;
  • de benodigde investeringen en het verwachte rendement;
  • het aantal mensen en/of bedrijven dat de technologie uiteindelijk gaat gebruiken;
  • de complexiteit van het leerproces dat mensen en bedrijven moeten doorlopen.

     

    1.4.1 De groeidrempels

    Hieronder geven we een overzicht van belangrijke groeidrempels die de groei van IT en de telecommunicatie in eerste instantie zullen belemmeren en vertragen.

    Grote investeringen
    De aanleg van infrastructuur vergt van bedrijven en particulieren meestal grote investeringen. Ook de IT-infrastructuur is kostbaar. Deze omvat bijvoorbeeld een werkstation op elke werkplek, een compleet thuissysteem in elke woning en een mobiele telecominstallatie in elke auto. Grotere bedrijven hebben navenant grotere ondersteunende computers en een groter intern bedrijfsnetwerk nodig. Tussen de bedrijven en de woningen ligt de belangrijkste investering in infrastructuur: de elektronische snelweg die iedereen verbindt. Vanwege de grote omvang zullen dergelijke investeringen geleidelijk moeten worden gedaan. Gelukkig vallen de kosten voor de nieuwe telecommunicatienetwerken in verhouding tot de andere IT-investeringen relatief mee. Wel is uiteraard nauwe samenwerking nodig tussen de diverse partijen op het gebied van telecommunicatie, zoals de telecommunicatiebedrijven en de kabel(televisie)exploitanten. Het is een taak voor de overheid die samenwerking te bevorderen, bijvoorbeeld via het opheffen van gevestigde monopolies van (ex) overheidsbedrijven. Dat is in Nederland voor wat betreft de voormalige PTT momenteel gaande. De Nederlandse overheid werkt mee aan het actief stimuleren van de aanleg van de elektronische snelweg.

    Ontbreken standaarden
    Zoals bij elke nieuwe technologie is op dit moment het ontbreken van de benodigde IT-standaarden een probleem. Standaarden zijn nodig om apparatuur, toepassingen, bedrijven en mensen via het netwerk op elkaar te kunnen aansluiten en daadwerkelijk met elkaar te laten samenwerken. In tegenstelling tot wat het geval was in de beginperiode van IT sluit de apparatuur van verschillende leveranciers tegenwoordig steeds beter op elkaar aan. Voor toepassingen, zowel de programmatuur als de gegevens, moeten de standaarden voor een belangrijk deel nog uitkristalliseren. In de praktijk blijkt het eenzijdig opleggen van standaarden door overheid of een marktleider niet goed te werken. Het hanteren van een groeistrategie, waarbij standaarden vanuit de praktijk ontstaan en vervolgens worden aangepast, blijkt meer kans op succes te bieden. De ervaring van reële toepassingssituaties wordt in dat geval in de uiteindelijke standaard opgenomen. Dit zijn de ‘de facto’ standaarden. Het uitkristalliseren van een dergelijke standaard heeft dan ook tijd nodig. Is eenmaal een complete set standaarden gevestigd, dan treedt prompt een versnelling op in de groei van het aantal toepassingen van de nieuwe technologie. In de IT-wereld is men al een eind gevorderd, maar een belangrijk deel van de weg is nog te gaan.

    Beveiliging
    Met de groei van de computernetwerken en de toepassingen zullen ook de beveiligingsproblemen meegroeien. Deze moeten binnen het raamwerk van de te beveiligen technologie worden opgelost. Met name op dit terrein is praktijkervaring onontbeerlijk en moet met vallen en opstaan aan verbetering worden gewerkt. Een belangrijke handicap is dat bedrijven steeds afhankelijker worden van de goede en betrouwbare werking van het computernetwerk. Uitval van belangrijke verbindingen, het verloren gaan van essentiële gegevens, maar ook kleine hardnekkige storingen kunnen het bedrijf en zijn klanten grote schade berokkenen. De zogenaamde computervirussen, kleine, goed verborgen programmaatjes die in het kielzog van andere programma’s in een computer worden binnengesmokkeld, kunnen bijvoorbeeld grote schade aanrichten in de gegevensbestanden van een bedrijf of particulier. De beveiliging van gegevens bij opslag in gegevensbanken en verzending via het netwerk verdient daarom grote aandacht. Ook beveiliging tegen ‘inbraak’ in computersystemen is noodzakelijk gebleken. Gevoelige persoonlijke informatie, bedrijfsgeheimen, commerciële multimediaprodukties, software, alles gaan we in toenemende mate verzenden via het netwerk. De huidige technologie biedt nog te weinig mogelijkheden om aan alle noodzakelijke beveiligingseisen te kunnen voldoen. De technologie is nog niet voldoende gevorderd om echt veilig op grote schaal te kunnen werken. Dit brengt dan ook extra investeringen met zich mee voor bedrijven en particulieren. Uit het oogpunt van bescherming van privacy en eigendomsrechten is het bijvoorbeeld absoluut noodzakelijk dat van gegevens en van toepassingen in het netwerk bekend is van wie ze zijn. Alleen op deze manier is een basis aanwezig om toegangsrechten en gebruiksrechten afdoende te regelen en betaling te verzekeren. In dit verband kunnen bedrijven als onderdeel van het netwerk vooral aan particulieren het gebruik van ‘datakluizen’ bieden, waarin mensen hun privé-gegevens veilig kunnen opslaan. De particulier kan vervolgens aan derden bepaalde raadpleegrechten toekennen. Langs deze weg zou het elektronisch netwerk één – sterk gedecentraliseerde – bron voor deze persoonsgegevens kunnen worden.

    De economische waardering van immateriële produkten
    Een specifiek probleem vormt de financieel-economische waarde van immateriële ‘goederen’. Bedrijven voeren hun bezit aan materiële goederen tegen bepaalde geaccepteerde waarderingsnormen op hun bedrijfsbalans op. Ook voor de – meestal geleidelijke – afschrijving, voortkomend uit waardeverlies door slijtage en veroudering, bestaan geaccepteerde normen. Ten aanzien van de waarde van immateriële ‘goederen’ is dat allemaal niet zo duidelijk. We denken hier bijvoorbeeld aan de kennis van de medewerkers, in bedrijfscomputers vastgelegde gegevens, de teksten in boeken, de software. Allemaal zaken die geld waard zijn, soms heel veel geld. Het is echter nog vaak onduidelijk hoe veel. Geaccepteerde normen zijn nog onvoldoende ontwikkeld.
    In de toekomst zullen bedrijven steeds meer kennis en gegevens nodig hebben om goed te kunnen functioneren. Zij zullen steeds meer immateriële produkten bezitten, maken en verkopen. Het is daarom belangrijk dat er goede methoden en normen komen voor de financieel-economische waardering van immateriële eigendommen. Dan is ook de basis aanwezig voor een passende economische invoeging en functioneren van nieuwe elektronische markten en de handel in immateriële produkten.

    Juridische problemen
    De huidige wetgeving is onvoldoende geschikt voor de regulering van het werken met IT en telecommunicatie. Juridisch is het immateriële produkt een probleemgebied. Behoudens het auteurs- en octrooirecht is de wetgeving, waar we hier op doelen, voornamelijk afgestemd op materiële goederen. Een schriftelijk bewijs op papier is nog steeds in veel gevallen het enige rechtsgeldige bewijs. Elektronische handel waar geen papier meer aan te pas komt, is daarom een juridisch schemerig gebied, zeker als de handel in immateriële produkten een grote vlucht gaat nemen.
    De bescherming van privacy vergt naast technische maatregelen een juridische inbedding. De overheid staat als wetgever voor de opgave in samenwerking met technologisch deskundige mensen de juiste wetgeving te schrijven. Deze wetgeving zal immers onder andere eisen moeten stellen aan de werking van de apparatuur en de software.
    Ook hier zien we een herhaling van de geschiedenis. Tussen 1860 en 1890 kwam in Nederland en vele andere landen de spoorwegwetgeving tot stand. Die schreef de beveiligingsmaatregelen voor zoals het seinstelsel en de luchtrem. De wetgeving dwong veel spoorwegmaatschappijen tot invoering van deze beveiligingen. Deze hadden die tot dan achterwege gelaten vanwege de hoge kosten. Tegelijkertijd bevorderde deze maatregel de groei van het spoorwegvervoer, omdat meer treinen met een hogere snelheid over hetzelfde traject konden rijden. Verbeterde beveiliging gaf aanleiding tot verbeterde service en toenemend gebruik.

    Omvang en complexiteit van de verandering
    Het groeitempo van de IT zal enerzijds sterk afhangen van het tempo waarin mensen kennis over en ervaring met IT opbouwen, en anderzijds van de inspanning om de wereldwijde IT-infrastructuur inclusief de ontsluiting daarvan daadwerkelijk te realiseren. De informatierevolutie brengt omvangrijke en complexe veranderingen met zich mee. Dat vraagt tijd, eens temeer wanneer we in aanmerking nemen dat het aantal betrokkenen zeer groot is, want uiteindelijk zal vrijwel iedereen ermee te maken krijgen. Voor veel mensen zal niet alleen de manier van werken en leven grondig veranderen, maar het zal ook veel tijd vergen alle nieuwe mogelijkheden met IT in de sfeer van produkten, diensten en organisatie te ontdekken en te realiseren. Er kan een complete generatie (circa 30 jaar) voor nodig zijn om dit leer-, omschakelings- en gewenningsproces door te maken. De mate waarin de integratie van dit leerproces in het gangbare onderwijs vordert, is een goede maatstaf om te peilen hoe ver dit veranderingsproces op maatschappelijk niveau vordert. Belangrijk is, dat de scholing van mensen nauw blijft aansluiten bij de nieuwe ontwikkelingsstadia die intussen worden doorgemaakt. Zo wordt een rem op geleidelijke groei voorkomen.

    Maatschappelijke traagheid en bezinning
    Ingrijpende veranderingen brengen overeenkomstige gevaren mee. Een zekere ingebouwde traagheid (inertie) in mensen, organisaties en maatschappij werkt remmend op aanstormende veranderingen. De mensen die de veranderingen nastreven, spreken in dat verband vaak over ‘weerstand tegen verandering’, en over een verborgen collectieve neiging tot conservatisme. Van een andere, positieve kant bekeken, dwingt die traagheid tot gelegenheid voor bezinning, rijping en gezonde invoeging. Gezien de omvang en de risico’s van de veranderingen geldt bij de informatierevolutie zeker het oude Nederlandse gezegde: ‘Bezint, eer gij begint’. Hierbij moeten we niet alleen kijken naar financieel-economische risico’s. Er is ook sprake van ingrijpende veranderingen van sociale en culturele aard, waarbij de heersende normen en waarden in het geding zijn. Dit werpt een ander licht op de maatschappelijke inertie. Deze normen en waarden bieden ons de innerlijke zekerheid en het houvast om duurzaamheid en samenhang in ons leven en in onze organisaties te kunnen brengen. Juist op dit moment zijn veel oude normen en waarden al aan het verdwijnen. Het opbouwen van nieuwe normen en waarden is daarom dringend nodig, maar het zal veel bezinning en dus ook tijd vergen.
    De informatierevolutie zal tot ingrijpende veranderingen voeren. Dat is in de voorgaande paragrafen reeds geschetst. Samenwerkingsmethoden en samenwerkingsverbanden, leven en werken van mensen zullen hierdoor grondig veranderen. Grote hiërarchisch georganiseerde bedrijven ondergaan momenteel een fundamentele verandering: ze worden ‘gekanteld’. De markt dwingt immers steeds meer klantgericht en flexibel werken af. Dat houdt in, dat bedrijven hun organisatie steeds meer als een intern relationeel netwerk inrichten. Dit interne organisatienetwerk wordt gekenmerkt door intensievere communicatie en gegevensuitwisseling, en verlangt daarom nadrukkelijker ondersteuning met computernetwerken. De praktijk leert, dat deze overgang erg moeilijk is voor de betrokken medewerkers. Een belangrijk probleem voor hen is, dat ze hun betekenis niet meer kunnen ontlenen aan hun positie en functie in de organisatie, maar aan de bijdrage die zij leveren aan de resultaten. De traditionele beloningsstructuur, die zich richt op de functie en het aantal gewerkte uren en niet op de geleverde resultaten, is een belemmering voor de overgang naar een netwerkorganisatie. Een grondige wijziging van het vigerende personeelsbeleid – tegenwoordig ook wel human resource management genoemd – is dan ook absoluut noodzakelijk.
    Het doorbreken van oude organisatiegewoonten zal – zoals gewoonlijk – veel moeite kosten. Dit betekent dat de overgang van de urban professional van vandaag naar de elektronische nomade van morgen veel tijd zal vergen.

     

    1.4.2 De groeiruimte

    Tegenover de groeidrempels genoemd in paragraaf 1.4.1 staat een aantal factoren die de groei van de toepassing van IT en telecommunicatie juist bevorderen. Een overzicht van deze factoren volgt hieronder.

    Het aantal potentiële deelnemers
    Het beeld dat we in de voorgaande paragrafen hebben geschilderd, toont dat we op langere termijn een wereldwijde IT-infrastructuur met vele toepassingen verwachten. Die infrastructuur zal mensen zowel zakelijk als privé op veel manieren ondersteunen. Het aantal gebruikers zal op den duur wereldwijd een onvoorstelbare omvang aannemen.

    De mogelijkheden voor bedrijven
    Bestaande bedrijven zullen in de komende jaren nadrukkelijk in hun interne computernetwerken investeren. Deze netwerksystemen zullen geleidelijk met de groei van de elektronische snelweg meegroeien en in dit netwerk integreren. Zo ontstaat geleidelijk één transparant wereldwijd computernetwerk. Administratieve organisaties zoals banken, verzekeringsmaatschappijen en overheden passen netwerksystemen toe om hun huidige papieren organisaties te vervangen door een computerondersteunde organisatie. Bedrijven in alle sectoren zullen netwerksystemen gaan gebruiken om de onderlinge communicatie intern en extern te ondersteunen en anderzijds de coördinatie en besturing van de werkzaamheden van mensen en machines te ondersteunen. Hierdoor kunnen bedrijven de produkten en diensten beter afstemmen op de klant en in een grotere variëteit leveren. Het ontwerpen en invoeren van nieuwe produkten en produktieprocessen versoepelt en versnelt. De elektronische snelweg ontsluit open elektronische markten, waar vraag en aanbod tussen bedrijven en particulieren elkaar ontmoeten.
    Voor bedrijven liggen hier nieuwe strategische mogelijkheden. Ze kunnen in allerlei flexibele samenwerkingsverbanden nieuwe produkten maken, nieuwe (elektronische) markten creëren, waarop zij nieuwe klantgroepen op geheel andere wijze benaderen en bedienen. Bedrijven zullen zo met behulp van IT en telecommunicatie hun eigen bedrijfsscope en hun onderlinge concurrentieverhoudingen grondig wijzigen. Coöperatieve concurrentie zal opkomen, waarbij bedrijven in de ene situatie eendrachtig samenwerken en elkaar in de andere situatie beconcurreren. Deze ontwikkeling zal leiden tot een herdefinitie van de huidige bedrijfssectoren.

    Nieuwe immateriële bedrijvigheid
    De wereldwijde IT-infrastructuur creëert nieuwe immateriële bedrijvigheid. Dit betreft in de eerste plaats de produktie van nieuwe elektronische multimediaprodukten die leveranciers via het netwerk aan consumenten aanbieden. In het netwerk zullen zich dienstverleners vestigen in de rol van coördinator van bedrijvigheid, makelaar tussen vraag en aanbod van produkten en diensten en verzamelaar en verspreider van allerlei vormen van informatie.

    Meer exclusieve produkten
    Met IT produceert men produkten die exclusief op de klant zijn afgestemd, met een hogere toegevoegde waarde. Beperking tot uniforme produkten en diensten was uit het oogpunt van bedrijfsbeheersing tot voor kort gebruikelijk in onder andere de industrie, bij financiële instellingen en de overheid. Klanten werden bij voorkeur gelijkvormige produkten verkocht en gelijkvormige diensten verleend. Klanten, mondiger en steeds beter opgeleid, verlangen steeds meer maatwerk. Zij hechten in toenemende mate aan exclusiviteit en willen produkten en diensten die afgestemd zijn op hun persoonlijke situatie en wensen. De welgestelde klant is ook bereid hiervoor extra te betalen.
    Tot nu toe ging een exclusief produkt gepaard met hoge produktiekosten, waardoor exclusiviteit beperkt bleef tot een elite die zich hoge prijzen kon permitteren. Met behulp van netwerksystemen kan men het produktieproces van goederen en diensten flexibel en tegen lage kosten inrichten. Dit geldt ook voor het ontwerpen van nieuwe produkten en produktieprocessen. Sommige grote bedrijven kunnen dit zelfstandig realiseren. Veel bedrijven kunnen dit alleen bereiken via het vormen van een tijdelijke of permanente interorganisatie met andere bedrijven. Een deel van de bedrijven in de interorganisatie zal gespecialiseerd zijn in het maken van componenten, terwijl andere bedrijven zich richten op het samenstellen van exclusieve produkten uit deze componenten. Massaproduktie zal er blijven, maar zal zich vooral richten op het produceren van componenten.

    Verdere uitvindingen
    De groei van interne en externe netwerksystemen bij bedrijven en particulieren zal zich het sterkst aftekenen in de geïndustrialiseerde landen. Massaproduktie zal de prijzen voor apparatuur en software verlagen. Dit betekent dat steeds meer particulieren en bedrijven zich als deelnemer in het netwerk zullen aandienen. Iedere woning zal eerst over een PC en later een thuissysteem beschikken. Dit maakt het voor bedrijven weer interessant steeds meer zaken via telecommunicatienetwerken aan te bieden. Hierdoor groeien deze netwerken geleidelijk uit tot de elektronische snelweg.
    Naarmate de IT-infrastructuur groeit, zal ook het onderzoek op dit gebied toenemen, hetgeen de ontwikkelingen zal bevorderen. Denk aan nieuwe uitvindingen op het gebied van IT, maar ook aan nieuwe materiële en immateriële produkten en diensten, aan nieuwe werkwijzen en organisatievormen. Een nog onvoorspelbare reeks nieuwe uitvindingen zal de informatierevolutie nog verder versnellen. Hiervoor zal niet alleen veel creativiteit en flexibiliteit nodig zijn, maar vooral de bereidheid na te denken, te leren en risico’s te nemen

vorigvolgende
website: Daan Rijsenbrij