Vision

De wereld van Morgen
Hans Goedvolk
 

1.3. De maatschappelijke gevolgen van IT

vorigevolgende

De groeiende toepassing van IT en de integratie van communicatienetwerken tot één elektronische snelweg zullen grote maatschappelijke gevolgen hebben. De huidige trends laten zien waar wij in dat verband zoal rekening mee moeten houden. In deze paragraaf laten we een aantal belangrijke gevolgen de revue passeren.

 

1.3.1 Nieuwe vormen van organisatie

De elektronische snelweg vormt de basis voor het ontstaan van een IT-infrastructuur die zowel bedrijven als particulieren met elkaar verbindt. Dit bevordert het ontstaan van nieuwe organisatievormen en nieuwe manieren van werken. We geven hieronder enige voorbeelden.

Interorganisaties
De elektronische snelweg bevordert dat bedrijven in duurzame samenwerking gezamenlijk produkten leveren of diensten verlenen. We noemen een dergelijk samenwerkingsverband een interorganisatie. Dat is een organisatie van juridisch zelfstandige bedrijven, die onderling contracten hebben afgesloten om als één onderneming samen te werken en soms ook als één onderneming naar buiten te treden. Er kunnen hele netwerken ontstaan van bedrijven die gezamenlijk produceren, opereren en leveren. Iedere interorganisatie op zich vormt wat momenteel veelal één bedrijf is dat zelfstandig een geheel produkt maakt en verkoopt.

Interorganisaties ontstaan ook ad hoc waarbij de samenwerking voor een beperkte periode met een bepaald doel wordt aangegaan. De organisatie is gericht op de uitvoering van één bepaald project, bijvoorbeeld naar aanleiding van een vraag naar de produktie van een complex en uniek produkt. Er ontstaat zo een tijdelijke interorganisatie waaraan verscheidene reeds bestaande bedrijven deelnemen. Zoals momenteel gebruikelijk in de projectorganisatie, worden voor specialistische werkzaamheden ad hoc teams van specialisten samengesteld. Zo nodig gaan de samenwerkende bedrijven met zulke free-lance specialisten tijdelijke dienstverbanden aan.

Via de elektronische snelweg zullen bedrijven als partner tijdelijk of permanent deelnemen aan interorganisaties. Vooral specialistische bedrijven zullen via de elektronische snelweg hun opdrachten verwerven. In het wereldwijde netwerk speuren zij naar potentiële klanten – organisaties of particulieren – die behoefte hebben aan hun specialisme.
Dit leidt tot een merkwaardige mengeling van coöperatieve concurrentie, omdat bedrijven bij het vormen van een nieuwe interorganisatie met elkaar concurreren om een bepaalde opdracht binnen te halen en tegelijkertijd binnen een andere interorganisatie eendrachtig samenwerken. Interorganisaties maken het bedrijfsleven als geheel veel flexibeler en verlenen het een groter aanpassingsvermogen, doordat zowel de samenwerkingsverbanden als de samenstelling van de aangeboden produkten of diensten zich gemakkelijker laten afstemmen op de specifieke vragen van klanten en opdrachtgevers.

De mens als deeltijdwerker
Ook individuele personen kunnen tijdelijk of permanent deelnemen aan allerlei tijdelijke en permanente organisaties of interorganisaties. In deeltijd werken in één of meer organisaties of als free-lancer afwisselend werken in verschillende organisaties wordt normaal. Het huidige protectionisme in de vorm van concurrentiebedingen en beperkende clausules in arbeidscontracten zal steeds meer als hindernis worden ervaren, en daarom verdwijnen. Mensen die werken aan immateriële produkten zijn bovendien vrij in de keuze waar en wanneer zij hun werk verrichten.
Essentieel in deze situatie is, dat mensen (en ook bedrijven) zorgen dat ze bekend zijn in en bereikbaar zijn via het elektronische netwerk. Maar het is vooral belangrijk dat zij onderling door samenwerking vertrouwensrelaties opbouwen. Zulke ‘kennissenkringen’ in het netwerk zijn noodzakelijk om snel de juiste mensen en bedrijven bijeen te brengen om vervolgens een nieuwe tijdelijke of permanente organisatie te vormen.
Waar mensen nu nog bestaanszekerheid ontlenen aan een vaste betrekking in een stabiel bedrijf, zullen zij in de toekomst die zekerheid veel meer moeten ontlenen aan hun naam en faam in het relatienetwerk. Dit is een vorm van sociale zekerheid, die wel eigen initiatief vergt. De werkzoekende gebruikt het wereldwijde netwerk, zoals een spin zijn web, voor het aftasten van het aanbod aan werk en het verkrijgen van opdrachten. Flexibele arbeidsovereenkomsten in combinatie met goede contacten en communicatie via het netwerk vergroten de kansen op het vinden van werk.
Een consequentie van deze ontwikkeling is dat de baan zoals we die nu kennen in belangrijke mate zal verdwijnen. De huidige full-time baan betekent 40 uur per week aanwezig zijn om een functie uit te oefenen – ook al is er soms geen werk. De toekomst is free-lance werk waarbij mensen betaald krijgen voor de resultaten, die ze leveren.
In de toekomstige economie gaat het niet om het scheppen van banen, maar om het scheppen van werk – dat is het bedenken van nuttige produkten en diensten waarvoor gewerkt moet worden.

Thuiswerk
De elektronische snelweg zal het thuis werken bevorderen. Er zijn al veel mensen die thuis op hun PC werken en via modem en telefoon verbinding met hun bedrijf hebben. Naarmate de mogelijkheden van de PC thuis toenemen en communicatie met andere mensen verbetert, bijvoorbeeld via beeldtelefoon, zal het aantal thuiswerkers snel toenemen. In de praktijk zullen mensen een deel van de tijd thuis werken en een deel van de tijd op een bedrijfslocatie. Een optie voor mensen die thuis onvoldoende ruimte en rust hebben is het ‘collectieve wijkkantoor’. In dit kantoor huren mensen uit de omgeving individueel een ruimte en een werkstation, eventueel op uur- of op dagbasis. Dit thuiswerken zal de nodige gewenning vergen. Op termijn kan er een ‘homo communicativus’ ontstaan, die ervaren is in het telecommuniceren en tele-onderhandelen met andere mensen.

1.3.2 Bedrijvigheid van de toekomst

Er zal nieuwe bedrijvigheid ontstaan doordat bedrijven zich gaan vestigen langs de elektronische snelweg. Het gaat hier om bedrijven die als intermediair optreden tussen bedrijven en mensen in het netwerk. Dit soort bedrijven ondersteunt mede het ontstaan van de hiervoor beschreven organisatievormen. We geven hieronder enige voorbeelden.

Coördinator
Bedrijven en individueel werkenden kunnen zich in het netwerk gaan profileren in de rol van coördinator van samenwerkingsverbanden. Deze coördinator kan de werkgever van de toekomst worden. Hij organiseert het werk en laat het door andere bedrijven en mensen in onderlinge samenwerking uitvoeren. Het is een rol die zich laat vergelijken met die van een bouwdirectie. De samenwerkingsverbanden kunnen zowel een tijdelijk als een permanent karakter hebben.

Makelaar
Mensen en bedrijven zullen op de elektronische snelweg voortdurend naar elkaar op zoek zijn. Zij zijn continu bezig diensten en produkten aan elkaar aan te bieden en te vragen. Er zullen daarom organisaties in het netwerk ontstaan die de rol van makelaar vervullen. Deze richten zich erop voor een bepaald produkt of een bepaalde dienst vraag en aanbod bij elkaar te brengen in een wereldwijde elektronische markt. Nu al wisselen makelaars in onroerend goed elektronisch informatie uit over vraag en aanbod in een bepaald gebied en creëren zo een ‘elektronische’ huizenmarkt. Ook bij de financiële beurzen vindt via telecommunicatie nu al wereldwijde handel in geld, aandelen en andere financiële produkten plaats.

Verzamelaars van informatie
Naast de hierboven beschreven ‘rollen’ rondom de nieuwe bedrijvigheid is er nog een derde intermediaire rol: die van verzamelaar en bewaarder van informatie. Denk bijvoorbeeld aan bibliotheken. In de wetenschappelijke wereld is men momenteel al bezig om papieren bibliotheken om te zetten naar elektronische bibliotheken en deze via Internet wereldwijd toegankelijk te maken.
Dat deze ontwikkeling op termijn het traditionele boek volledig zal verdringen is overigens niet waarschijnlijk. Het boek heeft zijn eigen charme. Je kan het vasthouden en de echte bibliofiel of antiquair zal het koesteren. Je kan er in bladeren en je kunt het overal – thuis en onderweg – lezen. Je kunt er aantekeningen in maken. Daar staat tegenover dat een werkstation naast de teksten en plaatjes ook bewegend beeld en geluid kan weergeven. Indien de aangeboden documenten daarvoor geschikt gemaakt zijn, kan de gebruiker er interactief mee ‘spelen’. Het is duidelijk dat het werkstation de inhoud van een boek in een geheel andere vorm overdraagt. In vergelijking met het boek zal de emotionele waarde voor de gebruiker dan ook anders zijn.
Naast algemene bibliotheken zullen er bedrijven ontstaan die zich richten op het verzamelen van zeer specifieke gegevens, een soort gespecialiseerde bibliotheken. Deze bedrijven verzamelen gegevens in het netwerk, bewerken deze gegevens en bieden ze vervolgens in de vorm van informatie in documenten via het netwerk te koop aan.
Een heel belangrijke, maar nu nog weinig voorkomende vorm van bedrijvigheid is het toegankelijk houden van gegevens. Er zullen bedrijven komen die zich daarin specialiseren. Andere bedrijven zullen zich specialiseren in het in opdracht zoeken naar bepaalde gewenste gegevens. Allerhande gegevens in velerlei vorm worden zo wereldwijd toegankelijk.

 

1.3.3 Verschuiving in de werkgelegenheid

De informatierevolutie zal verschuivingen in de aard van de werkgelegenheid veroorzaken. De belangrijkste hiervan noemen we hieronder.

Verschuiving van taken binnen bestaande bedrijven
Mechanisering en automatisering reduceren het aantal mensen dat direct betrokken is bij het primaire proces van het bedrijf. Dit geldt vooral in landbouw en industrie en voor bepaalde vormen van met name administratieve dienstverlening. Door mechanisering en automatisering zal de produktiviteit stijgen en het aantal produktiemedewerkers afnemen. Tegelijkertijd breidt de dienstverlening rond het primaire proces zich uit. Dit betreft onder meer het inkopen en verkopen van produkten, grondstoffen en diensten. Er komen meer specialisten voor bijvoorbeeld het ontwerpen van nieuwe produkten en produktieprocessen en voor het performance-management van de bestaande produkten en processen. Verder zal de behoefte groeien aan ondersteunende taken voor het beheer en onderhoud van middelen en voor het begeleiden en opleiden van medewerkers. Omdat bedrijven die zijn aangesloten op het wereldwijde netwerk meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen moeten hebben, zullen bestuurders zich meer bezig gaan houden met strategie en beleid op de lange termijn.

Nieuwe vormen van bedrijvigheid
De informatierevolutie zal nieuwe vormen van werkgelegenheid creëren. Dit betreft vooral de produktie van nieuwe immateriële produkten en het aanbieden en verspreiden ervan via het netwerk. Nieuwe bedrijven in de rol van makelaar, coördinator en verzamelaar van informatie zullen ontstaan. Ook groeit de werkgelegenheid bij de bedrijven die voor de wereldwijde IT-infrastructuur de bedrijfssystemen, thuissystemen en netwerken zullen gaan leveren en inrichten.

De groei van werkgelegenheid komt daarom vooral van nieuw werk. IT en telecommunicatie zullen de mensen ondersteunen bij deze nieuwe werkzaamheden. Het gaat hier om dienstverlening die gericht is op creativiteit, op effectiviteit, op de specifieke vraag van de klant of op zorg voor mensen en niet op een efficiënte massaproduktie van uniforme produkten of diensten.

Historische trends
De hiervoor beschreven ontwikkeling van de werkgelegenheid past in trends die al vanaf 1865 in de westerse landen zichtbaar zijn. Door mechanisatie maar ook door toepassing van kunstmest, ongediertebestrijding en gewasveredeling, neemt de werkgelegenheid in de agrarische sector sterk af, terwijl de produktiviteit toeneemt. En dat terwijl aan het begin van de 19e eeuw nog de angst bestond dat de landbouw niet in staat zou zijn de groeiende bevolking van voedsel te voorzien. De produktietoename in de agrarische sector zal zich de komende jaren verder voortzetten door automatisering van veel kweekprocessen en door het toepassen van biotechnologie. Toch gaan steeds meer stemmen op om de miljarden aan EU-subsidies voor de agrarische sector voortaan te besteden aan de wederopbouw van werkgelegenheid in die sector, vooral om de bewerkelijke maar natuurvriendelijke landbouwmethoden aantrekkelijk te maken.
Tot 1945 groeide de werkgelegenheid in de industrie door de toenemende massaproduktie van steeds meer verschillende produkten. Na 1945 krijgen mechanisering en automatisering de overhand en neemt, bij nog steeds groeiende produktiviteit, de werkgelegenheid af.

De grote groei van de werkgelegenheid is te vinden in de professionele dienstverlening. Deze groei kan helaas de laatste jaren het verlies van werkgelegenheid in landbouw en industrie niet compenseren. De groei van de dienstverlening begon al tijdens de industriële revolutie. Alle bestaande vormen van dienstverlening, zoals medische zorg, handel, transport, financiële dienstverlening en overheid, groeiden mee met de industrie. Ook ontstond zeer veel nieuwe dienstverlening ter ondersteuning van de industrie, de landbouw en ook de overige sectoren. Vooral na 1945 zet deze groei zich voort. Voorbeelden van dit soort nieuwe dienstverlening zijn specialistische bureaus voor het ontwerpen van produkten en processen, voor organisatie-advies en voor automatisering.

Afbeelding 1.8 De ontwikkeling van de werkgelegenheid na 1865.

Deze trend zal zich door de informatierevolutie nog sterker voortzetten. Steeds minder mensen houden zich rechtstreeks bezig met de produktie van voedsel en materiële goederen. De toename in werkgelegenheid in de toekomst zal vooral bestaan uit de hiervoor genoemde dienstverlening en uit de produktie van en handel in immateriële produkten. Het is zaak erop toe te zien dat de groei van deze nieuwe bedrijvigheid zo veel mogelijk wordt bevorderd, waardoor de werkgelegenheid als geheel weer toeneemt. Dit kan bijvoorbeeld door te investeren in de IT-infrastructuur die de nieuwe vormen van bedrijvigheid mogelijk maakt en minder in IT die de bestaande produktieprocessen alleen maar efficiënter maakt.

De verschuiving in de werkgelegenheid zegt niets over de omvang ervan. Op de lange termijn beschouwd was er de afgelopen 150 jaar voor iedereen werk, terwijl de bevolking sterk groeide. Toch zijn er in het verleden ook perioden van recessie en werkloosheid geweest, zoals tussen 1873 en 1882 en in de jaren dertig. In beide gevallen was er sprake van verschuiving in de werkgelegenheid en van de noodzaak tot het doen van grote, nieuwe investeringen. Na 1873 ging het om de eerste fase van de grootschalige industrialisering en de aanleg van spoorwegen. Na 1930 ging het om het ontstaan van de consumentenindustrie en om de aanleg van wegen.

Toekomstige werkgelegenheid
Ook nu zijn investeringen nodig in de ontwikkeling van IT en telecommunicatie. De overheden onderkennen dit reeds. Voorbeelden zijn het Witboek van de Europese Commissie met de titel Naar de 21e eeuw: wegen en uitdagingen – beter bekend als het Witboek van Delors, de plannen van de Nederlandse regering voor proeven met de elektronische snelweg en de publikatie Information Technology, Wings to Human Ability van de Zweedse overheid. Naast investeringen is ook ander onderwijs nodig. Het informatietijdperk vereist andere kennis en vaardigheden van de mensen dan de huidige materieel georiënteerde economie.

We verwachten dat bedrijven, mede gestimuleerd door de overheid, meer zullen investeren in de verdere ontwikkeling en toepassing van IT en telecommunicatie. De groei van de economie die daardoor ontstaat, zal de totale werkgelegenheid doen toenemen. Door deze groei en ook door het feit dat mensen meer in deeltijd zullen werken, zal ook een andere trend zich verder voortzetten, namelijk dat al vanaf het begin van de industriële revolutie mensen geleidelijk steeds minder uren per week behoeven te werken om in hun levensonderhoud te voorzien. Juist de informatierevolutie zal gepaard gaan met kortere werktijden. Er moet immers vrije tijd zijn om van de nieuwe immateriële produkten te kunnen genieten.

 

1.3.4 Het ontstaan van een virtuele wereld

Het wereldwijde netwerk van computers zal voor de gebruikers een nieuwe, virtuele wereld creëren. De huidige gebruikers van telecommunicatienetwerken als Internet merken nu nog goed dat ze op een netwerk van computers zijn aangesloten. Het is in dit stadium nog niet eenvoudig de juiste informatie, toepassingen, personen en organisaties in het netwerk te vinden. Tegelijk met de groei van het netwerk zullen technologie en toepassingen verder verbeteren. Ook de ervaring van de gebruikers groeit. Het resultaat zal zijn dat de technologie voor de gebruikers transparanter wordt. Zij hebben dan niet meer het gevoel dat ze met hun werkstations zijn aangesloten op een netwerk van computers, maar dat zij via hun werkstations thuis, onderweg en op het werk communiceren met een wereld op afstand.

Afbeelding 1.9 De virtuele wereld van de elektronische snelweg.

Via de elektronische snelweg reizen mensen door een elektronisch landschap. Dit is voor hen een virtuele wereld, waarin ze telecommuniceren met andere mensen en organisaties. Ze kunnen allerlei informatie opvragen. Ze bestellen elektronisch hun boodschappen bij een grote keten van voorraadcentrales, de virtuele supermarkt. Ze regelen hun bankzaken thuis en laten zich daarbij via beeldtelefoon adviseren door een bankmedewerker, die overigens misschien zelf gewoon thuis voor de bank werkt. In het netwerk kun je concertagenda’s van concertzalen over de gehele wereld opvragen. Plaatsen voor een concert in een naburige concertzaal zijn elektronisch te bestellen. Concerten aan de andere kant van de wereld zijn te volgen via een directe live-uitzending of via een live-opname die door de medialeverancier via het netwerk wordt afgespeeld op het thuissysteem.

Het virtuele bedrijf
Het werken wordt duidelijk anders in deze virtuele wereld. Dit geldt vooral voor mensen die immateriële produkten maken die zij vervolgens via de elektronische snelweg verzenden. Op dit moment kennen we het industriële arbeidsmodel. De industriële revolutie heeft wonen en werken gescheiden. De mensen zijn urban professionals geworden. De meesten werken 8 uur per dag van maandag tot en met vrijdag in het produktieproces in de hoofdvestiging (‘back office’) van een bedrijf. Anderen zijn bezig in het ‘front office’ zoals winkels, balies en loketten en verkopen de produkten en diensten aan mensen en bedrijven. De resterende uren van de dag zijn de mensen consument en kopen via het front office van bedrijven de produkten. Het resultaat is dat gedurende de normale werktijden veel mensen aan het produceren zijn en maar weinig aan het consumeren. Alleen in de weekeinden, op koopavonden en in de vakantieperioden zijn er meer mensen aan het consumeren dan aan het produceren.

De virtuele wereld langs de elektronische snelweg zal de tijdsindeling voor werk en vrije tijd blijvend veranderen. De groei naar wereldwijde netwerken en samenwerkingsverbanden van bedrijven doet over de gehele wereld organisaties in de vorm van virtuele bedrijven ontstaan die 24 uur per dag over de hele wereld volcontinu actief zijn. Via de elektronische snelweg zullen de werkers in de immateriële sectoren overal op werkstations werken en via het netwerk met iedereen communiceren, aan iedereen immateriële produkten leveren en van overal immateriële produkten in ontvangst nemen. Consumenten gebruiken hun mobiele werkstation of hun thuissysteem als extended office om materiële en immateriële produkten te kopen. Producenten gebruiken hun mobiele werkstation of hun thuissysteem als home office om immateriële produkten te produceren, en om immateriële en materiële produkten te verkopen. Het maken van immateriële produkten is niet aan plaats gebonden. Het kan overal ter wereld gebeuren, op een mobiel werkstation of thuissysteem.
Voor al deze werkzaamheden is in principe geen werkstation op een vaste werkplek meer nodig. Hooguit zijn kantoren nodig waar je een werkplek met werkstation tijdelijk kunt huren.

Afbeelding 1.10 Van urban professional naar elektronische nomade.

Er blijven uiteraard mensen die hun werk wel op een vaste locatie of route verrichten. Zij produceren en transporteren materiële produkten, verlenen diensten gericht op de fysieke wereld, zoals onderhoud, schoonmaak en reparatie. Door voortgaande automatisering en mechanisering zal dit werken op een vaste locatie en op een vaste tijd relatief afnemen, terwijl door de groei van de immateriële produktie de vrijheid om op iedere plaats en op iedere tijd te werken zal toenemen.

De elektronische nomade
Het virtuele bedrijf kent heel andere vrijheidsgraden en tijdindelingen dan het reële bedrijf. Het virtuele bedrijf kan 24 uur per dag over de gehele wereld voor iedereen in het netwerk bereikbaar zijn. Medewerkers in het virtuele bedrijf hoeven echter niet 24 uur per dag aanwezig te zijn om te werken. Ze kunnen in belangrijke mate zelf bepalen wanneer ze werken. Het is zelfs mogelijk dat ze als free-lancer voor verschillende virtuele bedrijven werken. Iedere persoon in het netwerk kan in zekere zin bereikbaar blijven door een persoonlijke elektronische agenda, die allerlei zaken kan regelen. De elektronische agenda houdt zo goed mogelijk bij waar zijn eigenaar zich (in de reële wereld) bevindt en kan vaststellen of hij beschikbaar is, respectievelijk open staat voor telecommunicatie. De elektronische agenda als instrument is 24 uur per dag bereikbaar. Alle berichten en ook telefoontjes kunnen we nu via die elektronische agenda leiden. Als iemand niet onmiddellijk beschikbaar is voor directe telecommunicatie via telefoon of beeldtelefoon, kunnen we een bericht in zijn elektronische agenda plaatsen. In dringende gevallen kan de agenda contact zoeken met de persoon thuis of hem onderweg oproepen. Ook is het mogelijk een vraag door te verwijzen naar een collega elders op de wereld, die wel beschikbaar is. De moderne telefoondiensten verlenen dergelijke diensten reeds. De noodzaak voor mensen dagelijks tussen negen en vijf op het werk aanwezig te zijn in verband met telefonische bereikbaarheid komt daardoor te vervallen. De elektronische agenda weet ze in het netwerk wel thuis of onderweg te bereiken.

De informatierevolutie brengt een nieuw postindustrieel arbeidsmodel mee voor mensen die hun werk in en via het netwerk kunnen doen. Mensen worden elektronische nomaden. De elektronische nomade kan tegelijkertijd produceren en consumeren en is daarbij niet meer gebonden aan tijd en plaats. Hij kan overal in de reële wereld wonen en als telewerker in de virtuele wereld langs de elektronische snelweg overal ter wereld zijn werkzaamheid laten doordringen, en tevens als teleconsument produkten en diensten bestellen. Het resultaat is een volcontinue maatschappij waarin iedereen 24 uur per dag overal ter wereld consument en producent kan zijn. Of dit door de mogelijkheden van IT ingegeven ideaalbeeld sociaal gezien daadwerkelijk zo ideaal is, moet nog blijken. Inmiddels is in Nederland een discussie ontstaan over de wenselijkheid van de 24-uurs-economie. Velen ervaren het als iets dat het bedrijfsleven afdwingt. Het doorbreken van levensritmen – zoals de afwisseling van waken en slapen en de wekelijkse zondagsrust – ziet men als een bedreiging voor de kwaliteit van leven en dus als een bedreiging van het welzijn.
De elektronische nomade moet daarom de vrijheid krijgen zelf te bepalen hoeveel tijd hij of zij werkt en hoeveel tijd hij of zij met andere dingen bezig is, zoals recreatie en zorg voor kinderen. Mannen en vrouwen kunnen hierdoor hun werk en de zorg voor het gezin beter delen. Vooral voor vrouwen betekent dit dat er meer arbeidskansen zijn. Wij verwachten dat de welvaart zo toeneemt dat ook de werkenden minder dan 8 uur per dag behoeven te werken.

 

1.3.5 De invloed op ons welzijn

Een belangrijke vraag is hoe de informatierevolutie ons welzijn zal beïnvloeden. Veel zal van onszelf afhangen. Wij zullen eerst de vraag moeten beantwoorden waarom en waarvoor we de maatschappij sociaal, cultureel en economisch willen veranderen. Zonder een dergelijke zingeving lopen we een groot risico dat ondanks een toenemende welvaart ons welzijn bedreigd wordt. Van het beantwoorden van deze vraag moet we serieus werk maken. Regelmatig wordt op de noodzaak daarvan gewezen, maar al te vaak echter, wordt er – door de haast gedreven – snel aan voorbijgegaan. Technologie op zich is waardevrij. Wij moeten zelf bedenken hoe we IT zinvol toepassen en wat zinvolle manieren zijn om onze maatschappij, onze organisaties en onze bedrijven met IT in te richten. De vraag naar de zingeving zal overigens moeilijk te beantwoorden zijn bij omvangrijke vraagstukken als werkeloosheid, derde wereldproblemen en milieuvraagstukken. Desondanks noemen we hier toch een aantal manieren waarop IT en telecommunicatie ons welzijn kunnen beïnvloeden.

Milieu De informatierevolutie levert verbeteringen voor het milieu op. Allereerst zullen mensen meer waarde gaan hechten aan immateriële produkten en daardoor minder waarde aan milieubelastende materiële produkten. Met computerondersteuning is het mogelijk materiële produkten en produktieprocessen te ontwerpen, die beter en milieuvriendelijker zijn. Bij het ontwerp van produktieprocessen richt men zich op een zo laag mogelijk verbruik van energie en grondstoffen en een minimum aan afval. Het ontwerp van het produkt richt zich op een zo lang mogelijke levensduur en, indien van toepassing, op een zo laag mogelijk energieverbruik. Het produkt moet bij voorkeur demonteerbaar zijn. Dit verbetert de mogelijkheid onderdelen te vervangen en zo de levensduur verder te verlengen. Aan het eind van de levensduur moeten de onderdelen zo veel mogelijk herbruikbaar zijn in andere produkten.
Een tweede verbetering is de vermindering van de noodzaak van personenvervoer. Door thuiswerk, videoconferencing en de verbeterde mogelijkheden zeer complexe zaken via het netwerk aan anderen over te dragen, is er minder noodzaak voor mensen zichzelf te verplaatsen. Door het vervallen van vaste werktijden voor kantoorwerkers zal ook een vermindering van het huidige spitsverkeer optreden.

Betere medische zorg
IT en telecommunicatie kunnen bijdragen aan verbetering van de medische zorg. Veel moderne methoden voor onderzoek en behandeling maken gebruik van computers. Die ondersteunen de sturing en bewaking van het proces en het berekenen en presenteren van onderzoeksresultaten. Deze bijdrage van de technologie is overigens niet voor iedereen even zegenrijk. Hier zitten discutabele en gevoelige kanten aan die nauw samenhangen met de zingeving en ethische vragen.
Artsen gebruiken IT en telecommunicatie ook om onderling gegevens uit te wisselen. Men neemt proeven met assistentie op afstand via videoconferencing bij moeilijke operaties. Ook zijn er experimenten met het op afstand uitvoeren van operaties middels telematica (op afstand bediende robots). Voor de patiënten is het van belang dat er één netwerk komt van zorgverleners zoals artsen, apothekers en ziekenhuizen. Medische gegevens van patiënten zijn gemakkelijker uit te wisselen, waardoor minder overdrachtsfouten ontstaan. Ook kan men afspraken van patiënten beter plannen en bewaken, waardoor de wachttijden in wachtkamers verminderen. Het resultaat is een meer klantgerichte benadering van patiënten, waarbij artsen gezamenlijk de totale persoon van de patiënt behandelen en niet zijn afzonderlijke klachten.

Beter onderwijs
De elektronische snelweg in combinatie met multimedia verruimt de mogelijkheden voor ondersteuning van het onderwijs. Dit geldt niet alleen voor het reguliere onderwijs, maar vooral voor gespecialiseerd onderwijs en voor nascholing en volwasseneneducatie. Een elektronische onderwijsmarkt wordt ontsloten, waaraan instituten, bedrijven en individuele personen als aanbieders en als afnemers van informatie en (interactieve) cursussen kunnen deelnemen. Kinderen en volwassenen kunnen thuis opleidingen volgen of hun kennis en educatie op bepaalde gebieden verruimen. Mensen die vragen hebben over een specifiek gebied kunnen in het netwerk een specialist zoeken die over de juiste kennis en ervaring beschikt en met hem/haar via telecommunicatie vragen en moeilijkheden doorspreken. Dit houdt overigens niet in, dat – vooral bij kinderen – het direkte persoonlijke kontakt met de leerkracht kan worden gemist. Jonge kinderen moeten voor een goede ontwikkeling ook blijven werken met pen en papier.

Groeiend belang van gegevens en kennis
De elektronische snelweg bevordert de verspreiding van gegevens. In het agrarische tijdperk was het bezit van land bepalend voor welvaart en welzijn. In het industriële tijdperk werd dit het bezit van goederen en kapitaal. In het informatietijdperk zal dit primair het bezit van gegevens en kennis zijn. Om te zorgen dat iedereen kan delen in de welvaart moet iedereen – op het zelfde moment – toegang hebben tot de beschikbare gegevens. Dit geldt niet in de laatste plaats voor handelsgegevens, maar natuurlijk ook voor gegevens die kennis en inzicht kunnen vergroten.
Het is vooral het inzicht in de maatschappelijke ontwikkelingen dat we nodig hebben om niet alleen onze welvaart te laten groeien maar ook ons welzijn te bewaken. Het is daarom van het grootste belang dat de elektronische snelweg niet beperkt blijft tot de welvarende bedrijven, particulieren en landen. Waar in de materiële wereld sprake is van haves en have-nots kan er in de immateriële wereld een onderscheid ontstaan tussen knows en know-nots.

vorigvolgende
website: Daan Rijsenbrij