Automatisering: vloek of zegen?

Dr. D.B.B. Rijsenbrij

6.9. Computernetwerken en geautomatiseerde communicatie vorig artikelvolgend artikel

Door de individualisering van de geest, hebben wij onze zogenaamde eigen geest afgesloten voor de universele geest. Daarom zijn wij, een enkel maagdelijk bergvolkje uitgezonderd, nauwelijks meer in staat bewust telepathisch met elkaar te communiceren. Gelukkig is de functie van de telepathie overgenomen door de portable telefoon van de pétété. Door de 'greenpoint'-telefoon, de polstelevisie en de walkmanradio zijn we bezig op fysiek niveau na te bouwen wat we op subtiel niveau hebben verloren.

Vroeger deden we nog alles met de post. Heden ten dage lijkt het of iedereen met iedereen verbonden is door televisie, radio, telefoon en niet te vergeten door de fax. Deze veelheid aan communicatiekanalen wordt echter alweer in sneltempo overgenomen door computernetwerken. Dit geeft de mogelijkheid om effectiever en efficiënter met elkaar te communiceren, zowel om afstand als om tijd te overbruggen op een welhaast holistische wijze. Een ether die gonst van de elektronische signalen (draadloze netwerken). Een aarde die in de toekomst doortrokken zal zijn met glasvezelkabels die elke woning binnendringen met een capaciteit die gaat oplopen tot één gigabit22) per seconde. Een laserverbinding van mijn studeerkamer met de rest van het universum, eenzaam maar niet alleen.

Een recent fenomeen in de elektronische communicatie heet 'bulletin board-systeem'. Een bulletinboard is een faciliteit in een netwerk of het telefoonnet dat het beste is te karakteriseren als een publieke ruilbeurs waar je, langs elektronische weg, allerlei zaken als elektronische boodschappen, computerprogramma's, muziekfragmenten, video-opnamen kunt uitwisselen met een licht risico op een fatale virusbesmetting. De eerste leverancier is reeds begonnen met de aanbieding van bulletin board-applicaties voor professioneel gebruik, onder het label 'community exchange': een mogelijkheid om een elektronische gemeenschap te bouwen voor zakelijk verkeer.

En dit lijkt nog maar het prille begin. Futuristen schetsen ons een verleidelijk beeld van de elektronische maatschappij van morgen:

Nadat ik 's ochtends ben opgestaan, gewekt door mijn 'personal', stap ik in bad om de dag fris te beginnen. Vanuit mijn zwoele bad, verkwikt met die wilde limoenen uit de reclame, bestel ik langs elektronische weg de artikelen die ik nodig heb om de dag door te komen. Mijn personal heeft mij het menu gesuggereerd voor het diner waarmee ik 's avonds mijn golfvrienden wil verrassen. Mijn personal behoedt mij gelukkig voor de blunder om mijn vrienden twee keer hetzelfde voor te zetten. Ik laat mij nog even langs elektronische weg de stand en de mogelijkheid van mijn effectenportefeuille tonen en besluit dan wat geld over te schrijven van mijn lopende rekening naar een deposito. Inmiddels is het badwater koud. Dus droog ik mij af en loop naar de kast om mijn pak uit te zoeken. Dit valt toch enigszins tegen, dus loop ik door de elektronische 'Wehkamp' en bestel een maatkostuum; mijn personal kent immers alle details van mij. Tijdens mijn ontbijt verneem ik van mijn mailbox dat er geen belangrijke afspraken op de zaak zijn, dus besluit ik thuis te werken en laat langs elektronische weg de relevante gegevens van kantoor naar mijn personal overpompen. Ik werk vervolgens wat uurtjes, communiceer op afstand met collegae die waarschijnlijk ook ergens aan het werk zijn. Vervolgens laat ik via het netwerk een paar video's laden in mijn TV en laat mij verleiden tot een mentale krachtmeting met een computerspelletje. Zo dood ik de tijd tot de komst van mijn golfvrienden.

U begrijpt, deze korte schets is nog flink uit te breiden en wellicht is uw fantasie in staat tot een nog veel geraffineerder toekomstbeeld dan het mijne. Wordt dit het elektronische lekker-lui-land dat mijn kinderen te wachten staat?

Een belangrijke trend, gestimuleerd door de netwerkinfrastructuren, is enerzijds de toenemende integratie van computers en gegevensbanken; anderzijds begint het mainframe te eroderen. Door snelle dataverbindingen kan een optimaal gebruik worden gemaakt van processoren op verschillende locaties. Dit verschijnsel, dat vaklui aanduiden met 'distributed computing services', zal uiteindelijk leiden tot de alomtegenwoordige computer. Dit betekent dat je met een smartcard als sleutel, overal ter wereld via de netwerken kunt werken alsof je thuis achter je eigen personal zit. Diezelfde smartcard wordt ook gebruikt als creditcard en registratiesleutel om toegang te krijgen tot een groot aantal gebouwen en andere faciliteiten. De alomtegenwoordige computer waakt dan over waar je bent, wat je doet en wellicht hoe het met je staat. Een soort elektronische moeder, of hebben sommigen van u wat 'privacy'-problemen23)? Deze elektronische 'moeder' geeft geen garanties voor een rechtvaardige samenleving. Wel zullen slimme jongens een krachtig middel krijgen om gegevens te vergaren en te verspreiden ten bate van financieel eigen gewin en zullen de zogenaamde 'computeranalfabeten' worden uitgesloten van de universele informatievoorziening.

Maar nu weer terug naar de netwerken. Een beheerst gebruik van een netwerk werkt zeer arbeidsbesparend. Het beheerst gebruik van e-mail, eventueel verluchtigd met stukjes video, belooft een grootse verbetering ten opzichte van het zakelijk telefoongebruik; een telefoongebruik dat zich karakteriseert door het feit dat de te-spreken-persoon misschien niet aanwezig is, of dat het gesprek ongelegen komt. Doch ik vraag mij af welke zin het heeft om steeds sneller en steeds meer informatie te distribueren, zolang er voor ons mensen nog steeds niet meer dan 24 uur in een dag gaan. Het is belangrijk om ons bij de distributie van gegevens zelfs per computernetwerk, de vraag te stellen: zit de andere kant hier echt op te wachten of moeten wij zonodig die gegevens kwijt.

Computernetwerken bieden een grootse mogelijkheid om bedrijven en individuen meer te synchroniseren en te integreren. Denkt u maar eens aan de uitwisselingen in de ziekenhuiswereld, tussen huisarts en ziekenhuis en tussen ziekenhuizen onderling. In de verzekeringswereld tussen verzekerden, tussenpersonen en risiconemers of in de bancaire sector. De zorg voor een moderne, geavanceerde communicatie-infrastructuur, met toegang tot gigantische publieke databases, zou één van de belangrijkste zorgen moeten zijn van een voorwaardenscheppende overheid. Doch computernetwerken bieden ook gelegenheid om giga22) hoeveelheden onzin in een giga snelheid rond de wereld te pompen. Door het grote gebrek aan maatgevoel sturen wij, ik neem aan onbewust, steeds meer flauwekul aan elkaar op. Dit hebben we immers al jarenlang geoefend in de niet-geautomatiseerde vorm, zoals nog elke dag blijkt als ik in mijn brievenbus kijk. De ongevraagde hoeveelheden non-informatie die daar wekelijks ingepropt wordt is ten hemel schreiend. Kunt u dat stille Woord nog horen, u weet wel, dat Woord aan het begin, achter deze oorverdovende zondvloed der gegevensstromen?

Het gebruik van het telefoonnet is al ontaard (of onteerd, zo u wilt) door de babbelboxen van 06. Laten we de computernetwerken wat zakelijker gaan inzetten.

Trouwens, zou videovergaderen echt de geest tot samenwerken vergroten? Voor de ja-zeggers komt de vraag voor de tweede ronde: 'Speelt ware samenwerking zich af in het fysieke vlak?' Zou telewerken niet leiden tot ongewenste individualisering? Zou de belangrijkste vraag bij EDI niet moeten zijn: hoe zend ik minder informatie in plaats van hoe structureer ik het? Het is bij (geautomatiseerde) communicatie belangrijk te beseffen dat informatie een samenstel van gegevens is dat betekenis heeft voor de gebruiker. Dus het is niet de zender, maar de ontvanger die uitmaakt wat informatie is.

Het is de vraag of de samenleving mentaal klaar is voor de alles-met-alles verbindende netwerkinfrastructuren. Het vervoer per auto heeft ondoordacht steeds grotere proporties aangenomen, zonder dat ooit fundamenteel is nagedacht over menselijke verplaatsingen in de fysieke wereld. De dichtslibbende snelwegen beginnen nu contra-produktief te werken ten opzichte van de vergrote bewegingsruimte. Wordt dit ook het voorland voor de netwerkcommunicatie? Krijgen we ook een wildgroei in het gebruik van de 'data-highways'? Of zullen we op tijd de zelfdiscipline en de maat kunnen terugvinden?

Wellicht suggereert het voorafgaande dat de netwerken een passieve rol spelen, een rol die kan worden verrijkt door de toevoeging van allerlei extra diensten, door de deskundigen aangeduid met 'value added networks'. Het is echter niet ondenkbaar dat een intelligentie in het netwerk wordt ingebouwd, waardoor het netwerk zijn componenten gaat besturen, waarop reeds werd gezinspeeld bij de alomtegenwoordige computer. Dus van een passieve rol naar een actieve rol van het netwerk: voor vakmensen een omkering van de client/server-gedachte.

vorig artikelvolgend artikel
website: Daan Rijsenbrij