Automatisering: vloek of zegen?

Dr. D.B.B. Rijsenbrij

6.12. De gebruiker vorig artikelvolgend artikel

In het begin van de automatisering waren de zogenaamde deskundigen zo druk bezig met zichzelf en het apparaat, dat ze de tijd niet hadden om aandacht te schenken aan de gebruiker25): hij of zij, waarvoor het uiteindelijke informatiesysteem toch was bedoeld. Dit impliceerde dat de automatiseringsdeskundigen enerzijds bezig waren de computer te programmeren en dat er anderzijds van de gebruiker werd verwacht dat hij zijn eigen geest programmeerde of zoals u wilt conditioneerde, zodat die afgerichte geest netjes bij de desbetreffende computer paste.

Vervolgens kregen we de periode waarin we heel veel aandacht gaven aan die gebruiker, als een soort verlate compensatie voor de verwaarlozende periode daarvoor. We namen aan dat de gebruiker een diep inzicht had in zijn eigen arbeidsprocessen. Dit bleek niet het geval te zijn!

De gemiddelde gebruiker zit in zijn werk, is ermee geïdentificeerd in plaats van dat hij daar overzicht over heeft.

Langzamerhand komen de automatiseringsdeskundigen weer met de benen op de grond. Voor de arbeidsprocessen, welker automatisering de zogenaamde binnenkant van het informatiesysteem uitmaakt, wordt de bedrijfskundige geconsulteerd. Voor de buitenkant van het informatiesysteem, in vaktermen het mens/machine-interface, wordt de bewuste mens (de gebruiker) geraadpleegd. Dit ontwikkelen van een gebruiksvriendelijke buitenkant groeit langzamerhand uit tot een volwaardige interdisciplinaire studierichting tussen psychologie en ergonomie enerzijds en informatica anderzijds. Het mens/machine-interface is begonnen met het toetsenbord dat gedeeltelijk plaats moet maken voor de muisbesturing. In pril stadium zien we andere invoermogelijkheden opkomen, zoals de pencomputer, de invoer van spraak en de 'touch screens' ('hard touch' en 'soft touch'). Er zijn zelfs interfaces die op spierbewegingen reageren, waardoor de interactie met de computer nog 'inniger' wordt. Ook de kwaliteit van het mens/machine-interface wordt steeds beter, zodat gebruikershandleidingen niet echt meer nodig zijn. Een goed mens/machine-interface zou zich moeten aanpassen aan het vaardigheids- of het kennisniveau van de gebruiker. Er wordt zelfs geëxperimenteerd met 'zelflerende' mens/machine-interfaces.

Zou de gebruiker eindelijk bevrijd worden van de dwangmatige patronen van de computer? Of zal door het 'opvoeren' van de processor, sommigen herinneren nog wel de sensatie bij het opvoeren van de bromfiets, de geest van de gebruiker langzamerhand worden dolgedraaid? Wel hebben ervaringen reeds aangetoond dat het werken met een geavanceerde grafische interface de 'luiheid in het denken' bevordert en leidt tot taalarmoede. Koning Thamos zou zeggen: zie je wel!

Ten slotte dient opgemerkt te worden dat de kwaliteit en het bedieningsgemak van de informatiesystemen alleen zullen verbeteren als de gebruikers dit expliciet eisen. Immers de kwaliteit van vele consumentenprodukten is alleen verbeterd doordat de gebruikers dit expliciet hebben afgedwongen, al of niet aangevoerd door de consumentenbond. Ik zou daarom de slogan van Karl Marx willen actualiseren: 'Gebruikers aller landen verenigt u en schudt het bevoogdend juk van de automatisering van u af.' Voorwaar een schone uitdaging voor de vakbond om een nieuwe glans te geven aan zijn doelstellingen.

vorig artikelvolgend artikel
website: Daan Rijsenbrij