Automatisering: vloek of zegen?

Dr. D.B.B. Rijsenbrij

Bijlage C: Ideaalmodel voor de studierichting Bedrijfsinformatica vorig artikelvolgend artikel

De bedrijfsinformaticus dient de tolk te zijn tussen de bedrijfskundigen en de gebruikers enerzijds en de informatica-ingenieurs anderzijds. Het is tegenwoordig gebruikelijk om de binnenkant van een informatiesysteem (het algoritmisch gedeelte en de gegevensverzamelingen) los te beschouwen van de buitenkant van het informatiesysteem (dialogen, menustructuur, rapportuitvoer etc.). De binnenkant wordt gedicteerd door de bedrijfskundigen en 'indirecte' gebruikers zoals accountants, terwijl de buitenkant wordt ontworpen volgens de wensen van de directe gebruikers.

Terecht gaat het woord 'bedrijf' het woord 'informatica' vooraf in 'bedrijfsinformatica'. Door het bedrijfsgebeuren eerst te vereenvoudigen en daarna pas te automatiseren, wordt de ware effectiviteit gerealiseerd.

Zoals hieruit is op te maken, is Bedrijfsinformatica de studie van de ontwikkeling van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor organisaties.

De studierichting beoogt mensen af te leveren die:

  • op hoog conceptueel niveau over automatiserings- en informatiseringsvraagstukken kunnen nadenken;
  • de taal kunnen spreken die gangbaar is bij managers in bedrijfsleven en overheid;
  • voldoende inzicht hebben in automatiseringstechnische zaken om deze op de juiste manier te kunnen plaatsen in het bedrijfsgebeuren.

De studierichting dient opgebouwd te zijn uit vier clusters: ondergrondkennis, hoofdkennis en vaardigheden, bijkennis en achtergrondkennis.

Onder ondergrondkennis wordt verstaan die kennis (en vaardigheid) die nodig is als ondergrond voor een gevorderde BI-student. Dit omvat allereerst zaken als: systeemleer, cybernetica, modelmatig denken, spreek- en schrijfvaardigheid. Op het gebied van de wiskunde zijn vakken als inleiding logica, inleiding grafentheorie en inleiding verzamelingenleer nodig voor een exacte ondergrond! Inleidende kennis op gebieden als formele talen, grammatica's en automaten is samen met de kennis over de werking van de computer, de compiler en de interpreter nodig voor de juiste begripsvorming. Op het gebied van de technische infrastructuur (dit omvat het netwerk, de apparatuur, het besturingssysteem en eventuele andere harde software) is slechts voldoende inzicht nodig om haalbare adviezen te kunnen verstrekken over de inrichting daarvan binnen de informatievoorziening. De kennis omtrent de gegevensinfrastructuur dient wat verder te gaan, gezien de vaak hechte afhankelijkheid tussen de gegevensinfrastructuur en de informatiesystemen.

De hoofdkennis en vaardigheden vormen de kern van de studierichting Bedrijfsinformatica. Na een inleidend college in het eerste studiejaar, waarbij een overzicht dient te worden gegeven over deze richting en de basisbegrippen de revue passeren, moet een college worden gevolgd over de conceptuele-modelleringstechnieken van het informatievoorzieningsysteem. Vervolgens dient de binnenkant van het informatiesysteem aandacht te krijgen middels colleges in software engineering en gegevensbanken. De buitenkant dient extra te worden belicht door colleges in het ontwerpen van het gebruiksinterface en de mens/machine-communicatie.

In vogelvlucht dient aandacht te worden geschonken aan het voortraject van de systeemontwikkeling (business process redesign, work flow management, informatiebeleid & ­planning en informatie-analyse), enige elementaire kennis omtrent projectmanagement en de organisatie van de informatievoorzieningfunctie (inclusief de totale beheerfunctie en de administratieve organisatie). Een diep begrip van het kwaliteitsaspect dient nadrukkelijk te worden gevestigd. Naast de stage wordt de studie afgerond middels een integrerend practicum omtrent het ontwikkelen van een informatiesysteem, waarbij vele van de voorgaande onderwerpen in onderling perspectief kunnen worden geplaatst.

Bijkennis wordt sterk bepaald door de persoonlijke smaak van de bedrijfsinformaticus in spe. De gedachten kunnen gaan naar kennistechnologie, besliskunde, bestuurskunde, financieel/economische aspecten, dan wel sociaal/personele aspecten van de informatisering.

De achtergrondkennis heeft te maken met de algemene scholing tot academicus. Dit omvat zaken als wetenschapsfilosofie, ethiek en geschiedenis van de informatica.

vorig artikelvolgend artikel