Homepage : EBI : inleiding

Elementaire bedrijfsinformatica

Prof. dr. D.B.B. Rijsenbrij

Inleiding - de informatiemaatschappij vorig artikel volgend artikel
Download de illustraties
behorende bij het college:
298 KB

Inleiding

De snelle infiltratie van informatie- & communicatie technologieën in het bedrijfsgebeuren en de samenleving veroorzaakt een radicale transformatie naar een andersoortige maatschappij, soms wel aangeduid met de term "informatiemaatschappij". Een maatschappij waar het samenbindend element bestaat uit informatieprodukten, informatiediensten en communicatie.

Een aantal uitvindingen in het verleden hebben de maatschappij ingrijpend veranderd. Een voorbeeld daarvan is de uitvinding van het schrift met in het verlengde daarvan de boekdrukkunst en het fotokopieerapparaat. Een andere uitvinding met grote impact is de stoommachine aan het begin van de vorige eeuw. Deze heeft een effect op de maatschappij gehad dat veel verder gaat dan het mogelijk maken van mechanische bewegingen.

De meest recente ontwikkeling die grote invloed uitoefent op de maatschappij, is de uitvinding van de microprocessor. Al hoewel de microprocessor in eerste instantie niets anders was dan een snelle rekenaar, oefent de toepassing ervan invloed uit op elk aspect van de maatschappij. Als we het hebben over de gevolgen die dit heeft op de samenleving, gebruiken we de term ‘informatierevolutie’.

In dit inleidende hoofdstuk zullen we een aantal ontwikkelingen noemen die plaatsvinden onder invloed van de informatierevolutie.

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit onderwerp moet je:

  • begrijpen wat de essentie is van een informatiemaatschappij ( het verschil tussen "hebben" en "weten" en het verschil tussen "geven" en "nemen" );
  • bekend zijn met de begrippen "materieel produkt" en "immaterieel produkt" met de fysieke ( waar is het ), juridische ( van wie is het ) en economische ( wat kost het ) consequenties;
  • een eigen idee hebben over de impact van informatie en communicatie is op bedrijfsgebeuren en samenleving ( sociale ordening );
  • een beeld hebben over de veranderende relatie tussen werkgever en werknemer;
  • gevoel hebben voor de noodzaak van persoonlijk informatie management;
  • inzien dat "orde, discipline en maat" ( enkele bekende Platonische deugden ) de sleutel zijn tot een evenwichtige informatiemaatschappij.

 De ontwikkeling van de maatschappij

Sinds haar ontstaan heeft de maatschappij een aantal fasen doorlopen. Deze staan in onderstaand figuur (bron [Tofler, 1980]) afgebeeld.

In het begin van zijn bestaan leefde de mensheid van de jacht. Men moest jagen om in zijn eigen levenbehoefte ( of die van de groep ) te voorzien. Er was sprake van een tamelijk ongecompliceerde jagersmaatschappij : als je honger hebt, trek je er op uit.

In de loop der tijden kwam daar verandering in doordat de mens op georganiseerde wijze aan landbouw en veeteelt ging doen. We spreken vanaf dat moment van een agrarische maatschappij. De uitvinding van het schrift wordt noodzakelijk omdat we zaken moeten gaan regelen. Dit duiden wij aan met de "administratieve revolutie" ofwel de eerste golf van Tofler.

De ontdekking van de stoommachine aan het einde van de 18e eeuw luidde het begin van een nieuwe golf in, die bekend staat als de industriële revolutie. Wij beginnen met het mechaniseren van menselijk arbeid.

 

Industriële revolutie

       

    De stoommachine had in eerste instantie drie toepassing, namelijk stoomtreinen, stoomschepen en fabrieken. Stoomtreinen en stoomschepen zorgde voor vervoer dat sneller en goedkoper was, dan wat tot die tijd mogelijk was. In fabrieken werd de stoommachine in eerste instantie ingezet voor het mechaniseren van productieprocessen. Dit leidde tot het ontstaan van de eerste fabrieken waar machinaal goederen werden vervaardigd. Deze fabrieken konden sneller en op grotere schaal produceren dan tot dan toe mogelijk was. Dit betekende dat er organisaties ontstonden die groter en complexer waren, dan wat men tot die tijd gewend was.

    Pas aan het einde van de 19e eeuw kwam de toegenomen capaciteit van de fabrieken tot zijn recht, omdat toen het spoorwegnet werd uitgebreid. Het werd voor bedrijven toen mogelijk om hun producten over een veel groter gebied te distribueren. De spoorwegen heeft onze mobiliteit danig vergroot.

    De mechanisatie die een onderdeel is van de industriële revolutie heeft grote veranderingen getoond in de werkgelegenheid met de bijbehorende sociale en psychologische onrust.

       

De informatierevolutie
 

    Op dit moment zitten we midden in de derde golf van de maatschappelijke evolutie, namelijk de informatierevolutie. Deze revolutie werd geïnitieerd door de ontdekking van de microprocessor, in de jaren ’60 en is pas echt opgang gekomen in 1995.

    Zoals we in de inleiding al zagen wordt de term informatierevolutie gebruikt voor alle gevolgen die de ontwikkeling van de microprocessor heeft op de samenleving. We kunnen een parallel trekken tussen de industriële revolutie en de informatierevolutie. In de onderstaande figuur hebben we een aantal concepten van de industriële en de informatierevolutie naast elkaar gezet.

    Ook in het proces kunnen we parallellen herkennen. In de industriële revolutie werd de stoommachine in eerste instantie gebruikt om bestaande processen te versnellen. Pas toen de stoomtrein en het spoorwegnet ingezet werden om de producten te vervoeren, werd de grootste productiveitswinst geboekt. Ook de computer werd in eerste instantie toegepast voor het versnellen van processen. Nu zien we dat door integratie van verschillende technologieën hele nieuwe vormen van bedrijvigheid ontstaan (zoals bijvoorbeeld electronic commerce).

    Het grootste verschil tussen de beide revoluties is dat in de industriële revolutie de nadruk lag op de productie van materiële producten en in de informatierevolutie de nadruk ligt op immateriële producten. Materiële producten zijn producten die fysiek en tastbaar zijn. Immateriële producten zijn producten die niet tastbaar zijn en in feite bestaan uit gegevens. In het onderstaande figuur zien we de productieprocessen van beide weergegeven.

    Het voordeel van immateriële producten boven materiële producten is dat er in principe een onbeperkte hoeveelheid grondstof voor aanwezig is. Daarnaast kunnen immateriële producten vrijwel onbeperkt gekopieerd worden. Hierin zit ook een groot nadeel, omdat hierdoor de beschikbare hoeveelheid gegevens exponentieel toeneemt. De gevolgen hiervan zijn nu al zichtbaar in de vorm van de mensen die leiden aan informatie-stress, als gevolg van een te grote hoeveelheid gegevens die zij op zich af zien komen.

    In het onderstaande figuur zien we hoe de hoeveelheid beschikbare vastgelegde gegevens zich in de tijd heeft ontwikkeld. Belangrijke gebeurtenissen hiervoor zijn de uitvinding van het schrift, de boekdrukkunst en het fotokopieer apparaat geweest.

    We zien nu dat onder invloed van de informatierevolutie de hoeveelheid beschikbare vastgelegde gegevens verder stijgt ( emails ).

    Met het gebruik van informatietechnologie zou gestreefd moeten worden naar het inzichtelijk maken van deze toenemende hoeveelheid gegevens, zodat er beter in gezocht kan worden ( information retrieval en datamining technologie ). Anders neemt de hoeveelheid gegevens wel toe, maar neemt de waarde van de beschikbare gegevens steeds verder af.

    Zoals de ontwikkeling van de fysieke infrastructuur (spoorwegen en snelwegen) in de industriële revolutie tot een enorme productiviteitsvergroting heeft geleid, is ook de verwachting dat de ontwikkeling van de wereldwijde informatie snelweg een nieuwe impuls aan de informatierevolutie zal geven. Deze infrastructuur begint nu reeds vorm te krijgen door de ontwikkeling van het Internet. Of dit ook de uiteindelijke vorm van de informatie snelweg zal zijn, zal de toekomst moeten leren.
     

Nieuwe vormen van bedrijvigheid

De verwachting is dat informatietechnologie de traditionele verdeling van bedrijven in back-office en front-office zal veranderen. In de back-office van een bedrijf vinden de productieprocessen plaats en in de front-office worden de diensten en goederen verkocht.

Traditioneel worden de werkzaamheden in de back-office op een beperkt aantal plaatsen uitgevoerd, omdat voor de fabricage van materiële producten vaak (dure) machines nodig zijn. Voor immateriële producten is dat meestal niet het geval. De verwerking hiervan kan dan ook over veel meer plaatsen worden verdeeld. Dat zal waarschijnlijk zelf zo ver gaan dat werknemers thuis, via de informatie snelweg verbonden aan het bedrijf, hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. We spreken dan van de home-office.

De front-office is nu vaak beperkt tot speciale plaatsen, waar de consument naar toe moet voor het afnemen van diensten en goederen. Onder invloed van de informatie snelweg zal deze steeds dichter bij de consumenten gebracht worden. We spreken dan van de extended-office.

In onderstaand figuur zien we beide ontwikkelingen vorm gegeven.

Omdat bedrijven door deze ontwikkeling een steeds minder concrete vorm hebben, worden deze bedrijven virtueel genoemd.

Een andere ontwikkeling is het feit dat bedrijven steeds vaker met elkaar gaan samenwerken. De verwachting is dat samenwerking belangrijker zal worden dan concurrentie. Door de opkomst van de wereldwijde informatie snelweg wordt het voor bedrijven gemakkelijker om met elkaar communiceren ( via extranetten ), waardoor de samenwerking tussen bedrijven verder gestimuleerd wordt.

 

Werken in de informatiemaatschappij

De opkomst van de informatiemaatschappij heeft ook invloed op de manier waarop mensen werken. In deze paragraaf zullen we een aantal van deze ontwikkelingen noemen.

Trends in de werkgelegenheid

       

    In onderstaand figuur is de ontwikkeling in de werkgelegenheid van de afgelopen 150 jaar te zien.

    Door verregaande schaalvergroting en mechanisatie in de agrarische sector zien we dat de werkgelegenheid in deze sector steeds verder terugloopt. Deze trend zal zich waarschijnlijk ook de komende jaren doorzetten. In de industrie zien we tot 1945 toename van de werkgelegenheid. Deze stijging is geheel te danken aan de industriële revolutie. Na 1945 zien we dat de werkgelegenheid in deze sector echter afneemt, door de opkomst van massaproductie en verregaande mechanisatie van productieprocessen.

    De dienstverlening heeft sinds halverwege de vorige eeuw een voortdurende toename doorgemaakt. We zien dat op dit moment verreweg het grootste gedeelte van de beroepbevolking in de dienstverlening werkzaam is. Dit zijn degenen die zich bezighouden met de productie van immateriële producten.

    De trend die in de figuur zichtbaar is, is dat het aantal mensen dat zich bezig houdt met de productie van materiële producten afneemt en het aantal mensen dat zich bezig houdt met immateriële producten toeneemt.

       

De digitale nomade

    Zoals in paragraaf 4 reeds werd aangestipt, zullen bedrijven een steeds minder vaste vorm krijgen. Aan de ene kant zien we de ontwikkeling van de back-office in de home-office, waardoor de werknemer niet meer op een vaste plaats zijn werk hoeft te doen. Aan de andere kant de ontwikkeling van de extended-office, waardoor het bedrijf naar de klant ‘toegroeit’. Deze ontwikkeling is ook te zien in het onderstaande figuur.

    In plaats van van 9 tot 5 in een kantoorpand door te brengen, zal de digital nomad zijn eigen tijd in kunnen delen. Hij zal daarbij moeiteloos kunnen wisselen tussen zijn rol van werknemer en consument.

Automatisering en het menselijk welzijn

De vraag rijst of de automatisering dan wel de toepassing van informatie- & communicatietechnologie de mens meer geluk brengt, meer harmonie in zijn leven schenkt. Is het binnengaan van het informatietijdperk een stap omhoog op de ladder van menselijke ontwikkeling of stappen we juist naar beneden ?

Door de grootscheepse toepassing van CAD programmatuur ( computer aided design ) bij woningbouw-architecten is het mogelijk om veel sneller tekeningen te maken en te corrigeren. Dus kan je veel meer offertes indienen om een opdracht binnen te halen. Maar omdat iedereen dergelijke hulpmiddelen gebruikt, is de kans dat een offerte wordt gehonoreerd een stuk kleiner geworden. De computer zorgt dus dat wij harder werken, zonder hogere marge.

Net zoals bijna elke uitvinding is ICT dan wel haar toepassing een volledig neutrale aangelegenheid. Het is de attitude van haar gebruikers die een uitvinding als het dynamiet nuttig ( voor het aanleggen van tunnels door de bergen ) dan wel schadelijk maakt ( voor het uit de weg ruimen van tegenstaanders ).

Het is daarom van groot belang dat de informaticus een nieuw mensbeeld krijgt, een beeld van de mens die in harmonie leeft in het informatietijdperk.

Trends

  • Opkomst van nieuwe ( virtuele ) samenwerkingsvormen.
  • Einde van een vaste relatie tussen werkgever en werknemer ( contact arbeid ).
  • Flex plek.
  • Distant learning.

Statements

  • Voor de fysieke wereld hebben de Japanners het concept JIT voor de logistiek van grondstoffen / halffabrikaten geïntroduceerd. Om niet overvoerd te worden met onnodige gegevens/informatie zouden wij het begrip JIT moeten gaan toepassen op het vergaren van gegevens/informatie.
  • Er zijn drie categorieën informatie : "nodige informatie", "niet-nodige" informatie, "nog-niet-nodige" informatie. De laatste is de meest verstikkende !
  • Noch juridisch noch economische weten we op dit moment hoe wij met immateriële produkten moeten omgaan.

Oefeningen

  • Probeer geen informatie op te bergen die je niet nodig hebt ( duur van de oefening : levenslang ).
  • Bepaal voor een bepaalde situatie je werkelijke informatiebehoefte.

 Vragen

  • Geef het onderlinge belang van de productiemiddelen: natuur ( grond / grondstoffen ), arbeid, kapitaal en informatie / kennis in het informatietijdperk.
  • Hoe ziet de wereldwijde digitale snelweg er voor jou uit?
  • Vorm jezelf een beeld van de sociale impact van de 7 x 24 uurs economie.
  • Hoe denk jij om te gaan met de groeiende hoeveelheid gegevens?
  • Wat zijn de gevolgen van de informatierevolutie voor een informaticus?
  • Hoe zullen de concurrentieverhoudingen liggen tussen virtuele bedrijven ?
  • Als ons werk uiteindelijk wordt overgenomen door robots ( voor de fysieke zaken ), software agents ( voor de regelklussen ) en kunstmatige intelligentie ( voor het denkwerk ), wat blijft er dan nog over voor de mens in dit ondermaanse ?

 Definities

Literatuurverwijzingen

Dit hoofdstuk is voor een groot deel gebaseerd op :

H. Goedvolk ( 1995 ); Vision, De Wereld van Morgen : Hoofdstuk 1. (onder "vraag & aanbod" de optie "marktvisie" kiezen).

Alvin Toffler ( 1980 ) The third wave. Morrow. New York.

Daan Rijsenbrij ( 1993 ) Automatisering : Vloek of zegen ?, Inaugurele oratie, Lansa Publishing, ISBN 90-71996-83-2

Nicholas Negroponte ( 1995 ) Being digital, Vintage books, ISBN 0-679-43919-6

Esther Dyson ( 1997 ) Release 2.0, Contact, ISBN 90-254-2275-6

vorig artikelvolgend artikel
website: Daan Rijsenbrij